zaterdag 6 december 2008

Europese lidstaten doen te weinig aan strijd tegen astronomische BTW-fraude

Om BTW-fraude beter en sneller te bestrijden maar ook te voorkomen, keurde het Europees Parlement donderdag plannen goed om de verzameling en uitwisseling van informatie over financiële transacties binnen de EU door lidstaten te versnellen. Het EP heeft ook een initiatiefverslag van mij aangenomen, waarin het de noodzaak benadrukt van een betere administratieve samenwerking tussen lidstaten op het gebied van de bestrijding van de BTW-fraude.

Een verschijnsel als BTW-fraude doet de meeste mensen gapen. Maar in tijden van financiële en economische crisis zou de omvang van het fenomeen in ieder geval alle Europese regeringen in opperste staat van paraatheid moeten brengen.

De gangbare en voorzichtige schatting van de Europese Rekenkamer is dat het gaat om een bedrag van 60 tot 80 miljard euro per jaar. De Raad van Ministers van Economische Zaken en Financiële Zaken (Ecofin) stelde in een document van maart 2008 dat ‘de niet-geïnde belastingen in de EU als gevolg van belastingfraude geschat wordt op 2,5 % van het bruto nationaal product’. In een rapport uit 2007 schatte de Europese Rekenkamer de gederfde ontvangsten uit de BTW in 2005 voor Duitsland alléén op 17 miljard euro. In het Verenigd Koninkrijk werd de schade voor de nationale schatkist voor het begrotingsjaar 2005-2006 op 18,2 miljard euro geraamd. De Rekenkamer stelde ook dat het bedrag aan BTW-fraude de omvang van de totale jaarlijkse begroting van de EU, ofwel ruim 100 miljard euro, wel eens zou kunnen overschrijden. De Europese Commissie is mede naar aanleiding van de rapporten van Staes en de Europese Rekenkamer bezig met een studie om de omvang van BTW-fraude in kaart te brengen.

BTW is een fiscale afspraak die sinds de interne markt van de Europese Unie begin jaren negentig voluit van kracht ging, en de werking van die interne markt moet stroomlijnen. Kwestie van iedereen in Europa gelijke kansen te geven en teveel fiscale concurrentie te voorkomen.

Maar zoals de aard van het beestje is, veel mensen ontduiken de regels en frauderen met de BTW. Hoe? De fraudeurs innen de BTW maar storten die uiteindelijk niet door aan de overheid.Om aan de fiscus te ontsnappen zetten ze ingewikkelde constructies op met stromannen, spookfirma's en heuse carrousels. Het gaat om internationale netwerken die proberen te ontsnappen aan het toezicht van de overheid.

Dat de nationale administraties van financien ondanks de omvang van BTW fraude nog steeds onvoldoende samenwerken is onbegrijpelijk en ontoelaatbaar. Het is een vorm van slecht bestuur die we ons in de huidige omstandigheden eenvoudigweg niet meer kunnen permitteren.

De aanleiding van mijn in het EP goedgekeurd rapport was het verslag van de Rekenkamer over de administratieve samenwerking in de strijd tegen BTW-ontduiking en -fraude. Voor het bestrijden van BTW-fraude is een snelle en efficiënte uitwisseling van informatie tussen lidstaten cruciaal. BTW-fraude is per definitie grensoverschrijdende criminaliteit en is niet zelden gelieerd met georgansieerde misdaad.

Zoals Franz-Herman Brüner, directeur van de Europese antifraudedienst OLAF, terecht opmerkte, gebruiken criminelen de winsten die ze met fiscale fraude opstrijken om te investeren in weer andere criminele activiteiten. Criminele organisaties die zich bezig houden met bijvoorbeeld de smokkel van sigaretten, drugs en/of wapens, houden zich ook bezig met BTW-fraude en gebruiken de financiële dienstverlening voor het witwassen van hun inkomsten zoals die geboden wordt door bepaalde belastingparadijzen. Maar zij gedijen ook bij de laksheid van overheden in sommige lidstaten.

Het EP volgt mij in mijn bezorgdheid over het feit dat de Rekenkamer constateerde dat in sommige lidstaten de essentiële voorwaarden voor een effectieve samenwerking met andere lidstaten ontbreken. Zo wordt de helft van de informatieaanvragen van de ene aan de andere lidstaat niet op tijd – binnen drie maanden - beantwoord. Vooraleer opsporingsdiensten fraudeurs van een BTW-carroussel hebben opgespoord, zijn die alweer met de noorderzon vertrokken.

De structuur van de centrale verbindingsbureaus, onder meer in Nederland, Duitsland en Italie, veroorzaakt ernstige vertragingen. Bovendien zijn er te grote verschillen tussen het aantal informatieaanvragen dat een lidstaat beweert te hebben ontvangen en het aantal aanvragen dat andere lidstaten beweren naar die lidstaat te hebben verstuurd. Naar die laatste tekortkoming moet de Raad volgens het Parlement een onderzoek instellen.

België krijgt in dit verhaal een uitzonderlijke pluim, wegens het opzetten van Eurocanet (European Carousel Network), dat de effectiviteit de spontane informatie-uitwisseling moet verbeteren. Maar die effectiviteit wordt helaas al beperkt door het feit dat Duitsland, Italië en het Verenigd Koninkrijk er niet aan meewerken. Duitsland weigert overigens systematisch om aan informatie-uitwisseling op dit gebied te doen en is intussen terecht in gebreke gesteld door de Europese Commissie.

Het EP verzoekt de Ecofin door te gaan met de onderhandelingen over het voorstel voor een verordening over wederzijdse administratieve bijstand bij de bestrijding van fraude, waardoor de financiële belangen van de EU worden geschaad, inclusief BTW-fraude.

Er is geen dag te verliezen. Iedereen weet waar je de georganiseerde misdaad en criminelen het meeste pijn doet: in hun portemonnee. Maar door hun inertie raken Europese overheden vooral de Europese burger in zijn of haar portefeuille. Lidstaten doen moeilijk omdat ze rond belastingkwesties en financiën erg hechten aan hun souvereiniteit en dus moeite hebben met het delen van informatie. Maar ze ontkennen zo eigenlijk dat misdaadkartels steeds de lachende derde zijn.

Het vertragende effect zit hem ook in het feit dat het EP in dit soort financiële dossiers rond belastingbeleid raadgevend is. En vooral omdat uiteindelijke besluiten over dit dossier met unanimiteit in de Raad – dus door alle 27 Europese ministers – genomen moet worden.

BTW-fraude is een Europees, grensoverschrijdend probleem dat alleen Europees aangepakt kan worden. Maar de overheden in de hoofdsteden zien blijkbaar nog onvoldoende in dat ze niet alleen hun eigen schatkist en burgers benadelen, maar ook de Europese Unie als geheel (de EU krijgt immers 0,5 % van de BTW-inkomsten uit de lidstaten). Zo bedrijven sommige lidstaten, zoals wel vaker gebeurt, verdoken anti-Europa politiek.

Europese overheden denken wellicht dat de publieke opinie of ‘de man/vrouw in de straat’ nog altijd meer wakker ligt van zichtbare criminaliteit, zoals pakweg een tasjesdiefstal of inbraak met geweld. Witteboordencriminaliteit vindt zogenaamd ver van ons bed plaats. Het komt er op aan uit te leggen dat het om belastinggeld gaat, dat anders voor tal van nuttige dingen gebruikt zou kunnen worden. Zeker nu ontbreekt het niet aan een lijst met nuttige dingen.

Mijn voorstelling van het rapport kan je hier zien.

maandag 1 december 2008

Vandaag begint de Europese verkiezingscampagne!

Dit weekend werd ik aangeduid als lijsttrekker voor de Europese verkiezingen van 7 juni 2009. Ik ben fier en tevreden. De warmte van de vele honderden partijleden die er in Blankenberge bij waren is echt hartversterkend. En mijn medekandidaten Joke Vandeputte, Vera Dua, Wouter van Besien en Eva Lauwers zijn grote klasse. Nu ga ik op zoek naar nog andere sterke kandidaten van de lijst. En ik kan jullie nu al verklappen: er komen grote verrassingen aan ...

Mijn aanvaardingsspeech is te bekijken op de website van Groen! De tekst kan je er ook nalezen. En hieronder vinden jullie ook het verslag van Belga over het congres.


Bart Staes trekt Europese lijst Groen!


BRUSSEL 29/11 (BELGA) = Europees parlementslid Bart Staes (Groen!) trek de Europese lijst van Groen! bij de Europese verkiezingen in 2009. Dat heeft Groen! zaterdagavond beslist op haar Horizoncongres in Blankenberge. De 50-jarige Staes trok ook al in 2004 de Europese lijst van de Vlaamse groenen. Senator en voormalig partijvoorzitster Vera Dua duwt de lijst en Groen!-ondervoorzitter Wouter Van Besien is eerste opvolger.

Een grote verrassing is het lijsttrekkerschap van Staes niet. Hij zetelt al sinds 1999 in het Europees Parlement, oorspronkelijk als lid van de Volksunie. Na een korte periode bij Spirit kwam hij in 2002 uit bij de Vlaamse groenen. In 2004 slaagde hij erin voor Groen! een Europese zetel te behouden. Staes heeft in die periode in het Europees parlement een reputatie opgebouwd als dossiervreter.

Staes zelf verklaarde eerder deze week aan Belga dat hij voor het behoud van de Europese Groen!-zetel zal knokken en dat hij graag 8 procent wil halen.

De tweede plaats op de Europese lijst is weggelegd voor de 27-jarige Joke Van de Putte uit Aalst. Zij stond in 2007 op de zesde plaats op de groene Senaatslijst en is al op Europees vlak actief bij de Federatie van Jonge Europese Groenen. Voor de lijstduwersplaats kiest Groen! voor huidig senator en voormalig Groen!-voorzitster Vera Dua. Op de eerste opvolgersplaats staat Groen!-ondervoorzitter Wouter Van Besien en tweede opvolger is Eva Lauwers, voorzitter van Jong Groen! Brussel.

Staes benadrukte zaterdag dat Groen! bij uitstek pro-Europees is, maar dat de partij kritisch moet blijven. Hij verwijst naar de levensgrote uitdagingen en crisissen: de klimaatverandering, de voedselcrisis en de financiële crisis. Die crisissen hoeven geen doemscenario te volgen, op voorwaarde dat Europa kiest voor "Change", voor "Verandering". "We staan voor echt dringende en fundamentele keuzes op allerlei vlak", aldus Staes.

Wat de klimaatcrisis betreft, moet het volgens Staes de komende vier tot tien jaar tot een "fundamentele koerswijziging" komen. Komt die koerswijziging er niet dan is het volgens Staes "niet realistisch om te denken dat onze kinderen en kleinkinderen een leven zonder catastrofes kunnen leiden".

Staes pleit voor een groene "New Deal", een combinatie van sociale en ecologische rechtvaardigheid. Zo moet er dringend meer geïnvesteerd worden in hernieuwbare energie. Europa speelt daarbij een cruciale rol. "Er moet een miljarden kostende reconversie- en investeringsplan voor duurzame energie komen", aldus Staes. Hij pleit ook voor de oprichting van een Europees agentschap voor duurzame energie.

Om dat Europese groene plan te betalen, ziet Staes mogelijkheden in de Europese aanpak van fiscale fraude en belastingparadijzen. Zo wordt de fiscale fraude in Europa geschat op 250 miljard euro. "Stel dat we daar maar één vierde van recupereren dan beschikken we ineens over 60 miljard euro om een echt groen en vernieuwend beleid uit te tekenen en te financieren", stelt Staes.

Groen! organiseert dit weekend in Blankenberge haar Horizoncongres. Op het congres wil Groen! zichzelf in de aanloop naar de verkiezingen van 2009 bevestigen als ideëenpartij. Vandaag/zaterdag discussieerde de partij over de thema's 'zorg en kwaliteit van leven' en over 'ecosteden en burgerschap'. Er waren onder meer levendige discussies over het idee van de onthaaste schooldag en rond het voorstel voor een basisinkomen. Dat laatste voorstel haalte het maar nipt. De partij besliste ook een apart congres over onderwijs te organiseren. Morgen/zondag discussieert de
partij nog over het thema 'ecologische economie'. Het congres wordt zondag afgesloten door partijvoorzitster Mieke Vogels./.DRM/DIL

woensdag 26 november 2008

Herstelplan van de Europese Commissie stap in goede richting naar een groene New Deal

Het herstelplan dat de Europese Commissie vandaag voorgesteld heeft, stelt in zekere mate gerust. Europa houdt de ecologische doelstellingen op de voorgrond: de versnelde transitie naar een low carbon economy wordt als een van de strategische doelen naar voor geschoven. Ik ben blij met het voorstel. En het blijft natuurlijk afwachten hoe individuele lidstaten erop gaan reageren.

Ik blijf ervan overtuigd dat er nood is aan een ware "Groene New Deal" om de economische crisis te bezweren en de transitie te maken naar een nieuwe, groene economische orde. De kern van zo’n Groene New Deal is dat we vandaag moeten investeren in de welvaartstakken van de toekomst zoals hernieuwbare energie en groene technologische innovatie.

Het voorstel van de Europese Commissie gaat gelukkig deze richting uit, maar houdt te weinig rekening met het totale plaatje. Alle maatregelen samen zouden onze totale ecologische voetafdruk in absolute termen moeten verminderen. En hier is het verhaal van de Europese Commissie echt niet coherent. Dat is een duidelijk minpunt van de tekst.

We kunnen niet aan de ene kant volop kiezen voor energie-efficiëntie en klimaataanpassing en aan de andere kant via TransEuropese Netwerpen (TEN's) toch nog volop doorgaan met het aanleggen van autowegen. We kunnen ook niet volop de ontwikkeling van groene auto’s stimuleren, en tegelijk de ogen sluiten voor de structurele oververzadiging van de markt voor auto’s en de congestie van onze wegen. Wat je aan de ene kant wint, verlies je zo aan de andere kant.

Het herstelplan gaat ook nogal los over de structurele oorzaken van de financiële crisis die aan de basis liggen van de huidige recessie. Een herstelplan dient in eerste instantie om het vertrouwen van de consument en de belegger te herstellen en geloof in betere tijden te schenken. Met louter een budgettaire aanpak, gaat dit niet lukken. Er moet immers ook een sterk signaal gegeven worden dat de excessen die geleid hebben tot de financiële crisis, worden aangepakt. Dit ontbreekt in het huidige plan.

Als groenen blijven we daarom pleiten voor het invoeren van een Europese financiële waakhond, het inperken van de exotische financiële producten, het verhogen van de kapitaalsvereisten, het strikt scheiden van deposito- en zakenbanken, een publiek en onafhankelijk europees ratingagentschap, etc. Al deze voorstellen zijn terug te vinden in ons 21 puntenprogramma voor structurele hervorming van de financiële sector.

Maar dit herstelplan toont ook aan dat Europa nog niet rijp is om een echt gedegen economisch beleid te voeren. De budgettaire slagkracht ontbreekt en er wordt teveel verwacht van en gevraagd aan de lidstaten. En die stellen zich al te vaak terughoudend op. De rol van Europa blijft eerder beperkt tot coördinatie. Of deze coördinatie ook echt zal slagen, zal de volgende maanden nog moeten blijken.

Het is echt mijn overtuiging dat er op dit terrein niet minder maar veel meer 'Europa' nodig is!

dinsdag 25 november 2008

Europese EULEX-missie mag niet bijdragen aan opdeling Kosovo

(update 1 december 2008)
Samen met mijn collega Europarlementariër Joost Lagendijk van GroenLinks was ik op 17 februari 2008 in het Kosovaarse Pristina toen de onafhankelijkheid werd uitgeroepen. En dat viel in heel slechte aarde bij de Serven. Joost en ik waren nog niet goed terug in Straatsburg op 18 februari of de Servische minister van Buitenlandse Zaken stond al aan onze deur om zijn beklag te doen. 'Actief lobbyen' heet dat want op woensdag 20 februari vond er al een debat plaats over de Kosovaarse onafhankelijkheid in de plenaire vergadering van het EP. De Servische minister ging efficiënt te werk. Hij werd zelf apart gehoord in de Commissie Buitenlandse Zaken van het EP.

Een civiele Europese missie

Na het uitroepen van de onafhankelijkheid werd de oorspronkelijk VN-missie UNMIK afgebouwd en vervangen door een Civiele Vertegenwoordiging. De EU helpt de Kosovaren bij het garanderen van stabiliteit en goed-werkende multi-ethnische structuren in het hele land, dus ook in het gebied ten noorden van Mitrovica dat aan Servië grenst. Dat doet ze met de EULEX-missie, een contingent van politieagenten, douaniers, rechters en procureurs die de lokale autoriteiten bijstaan om de rechtsstaat te handhaven en misdedigers op te pakken en te veroordelen.

Die EULEX-missie is een doorn in het oog van de Servische autoriteiten. Recentelijk slaagden ze erin Ban Ki-Moon, de secretaris-generaal van de VN, een nieuw zes-puntenplan voor Kosovo aan de VN-veiligheidsraad voor te leggen. Sommige Europese leiders hebben zich achter dit voorstel geschaard en Kosovo naar verluidt zelfs onder druk gezet het te accepteren.

Een tweedeling van het land

Het plan Ban Ki-Moon impliceert dat in Kosovo twee verschillende politiediensten en twee verschillende rechtstelsels geïnstalleerd worden. Politie, justitie en douane in Noord-Kosovo zouden direct onder het gezag komen te vallen van de VN UNMIK-missie en zouden alleen de wetten van het VN-bestuur respecteren. In Zuid-Kosovo zou politie, justitie en douane onder het bestuur van Pristina komen met steun én toezicht van EULEX. Als dit systeem van twee stelsels geaccepteerd wordt, is de eenheid van Kosovo verder weg dan ooit.



Schamel wisselgeld


Het wisselgeld van Belgrado voor de toezeggingen in het Zespuntenplan is dat zij de komst van EULEX accepteert. De meeste Serviërs waren tot nu toe faliekant tegen EULEX, omdat zij er een bevestiging in zagen van Kosovo's onafhankelijkheid. Sommige Serviërs, vooral in Zuid-Kosovo, denken hier anders over, omdat EULEX bijdraagt aan hun rechtsbescherming en omdat EULEX misdaden tegen Serviërs zal bestraffen die tot nu toe wachten op berechting. Hoewel Servië zich verzet tegen de Europese aanwezigheid in Kosovo, wil het land graag lid worden van de EU.



Verontwaardigng

Het VN-plan stoot op onnoemelijk veel verzet in Kosovo. Vorige week woensdag was er al een vrij massaal bijgewoonde betoging in Pristina. Er zijn in de Kosovaarse hoofdstad weinig politici te vinden die nieuwe toezeggingen willen doen aan Servië. Kosovo heeft bij de onafhankelijkheidsverklaring al ingestemd met het Ahtisaari-plan, waarin voor de Kosovaarse Serviërs verregaande minderheidsrechten zijn opgenomen.

En nu is er dus ook het plan van Ban Ki-Moon. De vrees bestaat dat dit uitmondt in de definitieve opsplitsing van Kosovo: een zuidelijk gedeelte waar nagenoeg alle twee miljoen Albanezen en ruim de helft van de ongeveer honderdvijftigduizend tot tweehonderdduizend Serviërs leven. En een noordelijk gedeelte waar de overige Serviërs wonen in een vrij klein gebied, dat de facto onafhankelijk is. Officieel is Kosovo, volgens alle partijen, nu nog één geheel.


Balkanoorlog


De internationale gemeenschap (in de praktijk Rusland, de VS en enkele Europese landen) hebben zich altijd verzet tegen opdeling van Kosovo uit vrees voor zogenaamde "etnische grenzen". Opdeling is een grote bedreiging voor het multi-etnische karakter van de staat. De Serviërs in het zuiden zijn mordicus tegen deling en plannen massaal uit Kosovo te vertrekken als het zover komt. De Albanese minderheden in buurlanden Servië en Macedonië kunnen de deling aangrijpen om op hun beurt onafhankelijkheid of aansluiting bij Kosovo te zoeken. Dit zou de Serviërs in Bosnië weer een steuntje in de rug geven om zich af te splitsen. In dit worst case scenario is een nieuwe oorlog op de Balkan niet veraf.


Absurd

De VN is al bij al vrij absurd bezig. En er is verdeeldheid in het EU-kamp, wat zorgt voor heel wat geschipper. Samen met Joost Lagendijk vind ik dat de EU te lief is voor Servië: "Belgrado heeft lang geleden zijn recht verloren om Kosovo te besturen.

Het Europees Parlement heeft het voorstel gesteund van VN-gezant Ahtisaari, om van Kosovo een multi-etnische staat te maken. Joost en ik vinden dan ook dat we niet kunnen toelaten dat Belgrado dat streven blijft blokkeren. De EU moet er niet voor terugschrikken om drukmiddelen te gebruiken: Servië kan wat ons betreft geen kandidaat-lid worden, zolang het verhindert dat EULEX in heel Kosovo aan de slag kan.

 De essentie van EULEX is corruptie en georganiseerde criminaliteit tegen te gaan, om minderheidsrechten te verzekeren en om etnisch gemotiveerde en zware misdrijven op te lossen. De essentie van EULEX is het helpen vestigen van één effectieve rechtstaat op het hele grondgebied van Kosovo.

Vreemde dingen

Tegelijk gebeuren er vreemde dingen in Pristina. Op 14 november ontplofte er een bom voor het gebouw van de EU. Al bij al minieme schade. Vreemder echter is dat de Kosovaarse politie drie Duitse staatsburgers aanhield op verdenking van de bomaanslag. Zeer spoedig bleek dat het drie agenten van de Duitse geheime Bundesnachrichtendienst (BND) waren. De Duitse autoriteiten beweren dat de drie 'toevallig in de buurt waren'. Vreemd. Eind november werd de aanslag opgeëist door een onbekende paramilitaire organisatie. Het gaat volgens hen om "het begin van
de gewapende strijd tegen de EULEX-missie, die tegen Servische voorwaarden
zal werken en door de Albanezen verworpen wordt", stelde het zogenaamde
Leger van de Republiek Kosovo. Een VN-rechter moet nu beslissen over de vrijlating van de drie Duitse geheimagenten.

EULEX-missie krijgt groen licht van VN-veiligheidsraad

De VN-Veiligheidsraad gaf op 26 november groen licht voor de lang geblokkeerde EU-missie. De 2.000 Europese agenten, rechters en beleidsexperten zullen wel alleen in Albanese woongebieden gestationeerd worden. In de regio's met een Servische minderheid blijft het VN-bestuur in Kosovo (UNMIK) verantwoordelijk. De Kosovaars-Albanese regering en ook de oppositie vinden de regeling maar niks en zien ze als
een inbreuk op de soevereiniteit van hun land.

De beslissing van de VN-veiligheidsraad komt zeker nog ter sprake in het EP. Zelf ben ik er niet gelukkig mee want het lijkt erop dat we afstevenen naar een tweedeling van Kosovo.

maandag 24 november 2008

De crash van de autoindustrie

Ik las met aandacht dit weekend het Standaard-interview "Een zweer die openbarst" met Peter Leyman (ex-Volvo Gent), auto-analyst Vic Heylen en Pierre-Alain De Smedt van Febiac. Twee passages trokken mijn aandacht.

Over de oorzaken van de crisis in de automobielindustrie zegt Peter Leyman onder meer: "Ik denk dat wat er nu gebeurt, erger is dan in de jaren zeventig en ik vrees dat er nog een heel pak faillissementen zullen komen. In de jaren zeventig waren het vooral de olieprijzen die de autosector en de consument bedreigden, maar nu komen er nog verschillende andere factoren bij die de situatie veel urgenter maken." Hij somt er zes op. Vijfde reden is "de CO2-normen. Om 120 gram per kilometer te halen, moeten fabrikanten miljarden investeren in ontwikkelingskosten. Bovendien legt dat een enorme druk op het segment van de SUV's, een segment waar nog mooie marges werden gehaald."

Wat Peter Leyman er niet bij vertelt is dat de EU al in 1996 een streefwaarde voor de uitstoot van broeikasgassen door personenwagens vastlegde. Tegen 2005 (en ten laatste tegen 2010) zouden nieuwe wagens slechts 120 gram CO2 per afgelegde kilometer mogen produceren. Maar deze voorlopige doelstelling werd onder druk van de automobielsector nooit in een wet verankerd.

In de plaats van bindende wetgeving is er een vrijwillige overeenkomst gesloten tussen de Europese Commissie en de automobielsector. Daarin engageerde de Europese federatie van autoconstructeurs ACEA zich tot een gemiddelde CO2-uitstoot van 140 g/km in 2008, eventueel uit te breiden tot 120 g/km in 2012. En die vrijwillige overeenkomst heeft de autombielindustrie dus nooit nageleefd. Wagens stoten eind 2008 gemiddeld 162 gram CO2/km uit! Kortzichtigheid troef dus. Hadden de automobielconsructeurs twaalf jaar geleden de moed en het inzicht gehad wel te investeren in energiezuiniger wagens dan zouden ze nu niet moeten klagen over de verplichtingen die de wetgever nu wil opleggen.

In het Europees Parlement en de Raad van Ministers ligt nu inderdaad ontwerp-wetgeving om de autosector wel dwingende normen op te leggen. En het is daarover dat de heer Leyman nu klaagt. Eigen schuld, dikke bult dus.

Maar toch is er hoop. Wat verder in het interview lees ik een verklaring van de heer De Smedt van Febiac: "Ik denk dat wat er nu gebeurt, vooral evoluties zal versnellen. Er zullen nu niet plots compleet nieuwe trends de kop opsteken, maar de ontwikkelingen die al bezig zijn gaan vlugger naar de markt komen. Ik denk dan aan kleinere, zuinigere auto's die minder schadelijke stoffen uitstoten. Elektrische wagens ook. Als we dat kunnen waarmaken, kan de crisis binnen twee tot drie jaar voorbij zijn. Dat voorspel ik niet alleen, hoor. Ook het onderzoeksinstituut J.D.Power denkt er zo over."

Hebben ze het dan toch begrepen? Het verstand komt duidelijk met de jaren ...

zondag 23 november 2008

Blue Card zonder rode loper

In het Europees Parlement werd deze week ook uitvoerig gepraat en gestemd over het voorstel tot invoering van een zogenaamde Europese blue card, een werk- en verblijfsvergunning voor hoogopgeleide migranten van buiten de EU. Naar analogie met de Amerikaanse Green Card moet dit de toegang tot de Europese arbeidsmarkt voor hooggekwalificeerde migranten eenvoudiger maken. Van het oorspronkelijke Commissievoorstel, dat al mager was, blijft weinig overeind. We zijn met de Europese Groenen zeer ontgoocheld over het resultaat en onthielden ons bij de eindstemming.

De Blue Card zou drie jaar geldig zijn en zich beperken tot hoogopgeleide migranten. Wat wij als Groenen niet begrijpen is dat de Europese Commissie dit voorstel niet meteen uitbreidde is naar een migratieprocedure voor iedereen die hier werk kan vinden. De Europese beroepsbevolking zal tegen 2050 met 20 miljoen mensen inkrimpen en dus hebben we die mensen juist hard nodig.

Het Commissievoorstel voor de Blue Card liet nog enige ruimte voor migratie van personen die geen diploma, maar wel sterke vaardigheden hebben. Het Parlement heeft daar echter een stokje voor gestoken door de voorwaarden voor migratie veel strenger te maken. Vooral de eis van het Europarlement dat migranten 5 jaar werkervaring moeten hebben, waarvan 2 jaar als ´senior medewerker´, is onaanvaardbaar. De Europese Commissie stelde eerder 3 jaar voor.


De inkomensdrempel legt het Europees Parlement op 1,7 keer het gemiddelde loon van de lidstaat. Dat is veel te hoog. Willen we met de VS en Canada kunnen concurreren, dan moeten we het echt eenvoudiger maken voor mensen om hier te komen werken. De rode loper ligt met dit voorstel zeker niet klaar voor hoogopgeleiden. Slechts 5,5% van hen komt momenteel naar de EU, terwijl 54% naar de Verenigde Staten en Canada trekt.

Groen! wil graag een Europees migratiebeleid. De lidstaten hebben tot nu toe vooral regels afgesproken om mensen uit te zetten of buiten de deur te houden. Dat is niet realistisch willen we werkelijk een gezamenlijk Europees migratiebeleid ontwikkelen. Het is begrijpelijk dat mensen naar hier willen komen om een beter leven op te bouwen. Om illegale migratie te verminderen is het dan ook nodig dat die mensen de kans hebben om legaal in Europa te werken. Dat kan straks -eens het voorstel is aangenomen door de Raad van Ministers- met de blauwe kaart, maar nog lang niet voor iedereen.

Meer uitleg over de "blue Card" is ook terug te vinden op de website van het Europees Parlement. En de door het EP goedgekeurde advies aan de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken vind je hier.

Ook in de Financial Times van 20 november verscheen hierover een verhelderend artikel.

zaterdag 22 november 2008

De oorzaken van de oorlog in Oost-Congo aanpakken

In het Europees Parlement werd gedebatteerd over de toestand in Congo. PS-collega Hutchinson begon het debat met te zeggen: stop de retoriek en zorg nu voor actie. Ik denk dat hij volkomen gelijk heeft. Prioritair moet er natuurlijk sterke acties komen om de vreselijke humanitaire situatie van de vele vluchtelingen en de onschuldige burgerbevolking een oplossing te geven. Maar belangrijker nog is dat de oorzaken van het conflict bestreden worden. Ik wil twee essentiële zaken uit het debat halen.

Ten eerste, het belangrijkste is dat er uitvoering wordt gegeven aan de aanbevelingen van het VN-panel van deskundigen voor de illegale exploitatie van de natuurlijke rijkdom van Congo en ook aan de sancties tegen personen en ondernemingen wier deelname aan de plundering van de rijkdom is bewezen. De EU moet actie ondernemen.

Ten tweede, er moet effectief paal en perk gesteld worden aan de illegale exploitatie en uitvoering gegeven worden aan traceerbaarheidssystemen voor de herkomst van goud, tinerts, coltaan, kobalt, diamant, pyrochloor en hout, zodat aan die bloedhandel een einde kan komen. Mijn zeer uitdrukkelijke vraag aan Raadsvoorzitter Jouyet en aan commissaris Ferrero-Waldner is: welke initiatieven ter zake zult u de komende maanden ontwikkelen? Ik denk dat daarop een antwoord moet komen … het antwoord kwam niet. Het debat kan hier herbekeken worden. En de door het EP goedgekeurde resolutie is na te lezen op de website van het Europees Parlement.

woensdag 19 november 2008

Hoe gezond is vandaag het Europese landbouwbeleid?

Ondanks de ernst van de financiële crisis mogen we iets fundamenteels als onze voedselvoorziening en de landbouw niet uit het oog verliezen. Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) van de Europese Unie is al sinds de jaren zeventig van vorige eeuw controversieel en velen een doorn in het oog. Vooral de gevolgen voor boeren in ontwikkelingslanden en de verstoring van lokale voedselmarkten zijn nog steeds – ondanks de forse hervormingen die in 2003 begonnen – een bittere realiteit. Halverwege het hervormingsproces wordt het GLB weer tegen het licht gehouden en stemt het Europees Parlement (EP), onder de noemer van “Health Check”, deze week over een eigen standpunt.

De Europese Commissie en Europese Raad kwamen immers eerder met eigen voorstellen voor verdere herziening van het GLB. Het EP heeft officieel nog geen medebeslissingsbevoegdheid op dit gebied, dat voorziet het Verdrag van Lissabon, maar de Europese Raad heeft aangekondigd rekening te houden met de stemming in het EP. We zijn benieuwd.

Want mijn EP-collega Kathalijne Buitenweg van Groen Links, rapporteur voor de milieucommissie op dit onderwerp, is terecht niet tevreden met de voorstellen van de Europese Commissie. Ook ik vind deze herziening een jammerlijk, gemiste kans. De Commissie wil boeren nog grotendeels blijven betalen voor wat ze in het verleden produceerden. Er is in de voorstellen ook veel te weinig aandacht voor water en natuur. Daarom een korte gezondheidsanalyse van het Europese landbouwbeleid en wat er volgens de Europese Groenen zou moeten gebeuren voor een gezondere landbouw in tien punten:

1. De Europese Raad wil de betalingen aan boeren vereenvoudigen en meer loskoppelen van productie, maar heeft nagelaten heldere grenzen te stellen aan betalingen aan grootschalige agro-industriële bedrijven. Liefst dertig procent van de GLB-miljarden gaan nog steeds naar 1 procent grote landbouwbedrijven die geen subsidies nodig hebben om te overleven, maar ook goed boerende multinationals als Nestlé, golfclubs en energiegigant RWE eten royaal mee uit de Europese landbouwruif. In plaats van boven en ondergrenzen te stellen aan landbouwsubsidies, zou men de inkomenssteun voor boeren beter koppelen aan prestaties op het vlak van arbeid en milieu. Dus subsidies koppelen aan een duurzame landbouw van hoge kwaliteit.

2. Naar een duurzame plattelandsontwikkeling gaat dan weer weinig geld. Het probleem is dat sinds 2003 wel de koppeling tussen subsidies en productie geleidelijk werd losgelaten en vervangen door ‘inkomenssteun’. Maar men kan de Europese belastingbetaler moeilijk duidelijk maken waarom die subsidies worden gegeven. Dat zou je kunnen doen door er op te wijzen dat steun aan boeren gekoppeld is aan regionale of structurele achterstanden. Of verbonden met door hen verleende diensten die niets met de commerciële markt, maar alles met algemeen belang te maken hebben: beheer van natuurlandschappen en het behoud van biodiversiteit. Helaas gaan Europese beleidsmakers dit fundamentele debat onder druk van de commerciële agro-lobby uit de weg. En daarmee lopen we het risico dat het draagvlak voor steun aan een gezonde landbouwsector wordt ondergraven en dat dus kleinere landbouwbedrijven die een beetje ondersteuning verdienen, ook onder druk komt. De Europese Rekenkamer oordeelde onlangs nog dat milieuprogramma’s in de landbouwsector onvoldoende efficiënt waren als het gaat om concrete doelstellingen voor waterkwaliteit, biodiversiteit en bodemverbetering. In 2003 koppelde de EU het ontvangen van subsidies ook aan het naleven van milieuregels en het respecteren van dierenwelzijn. Er kwamen controles en boetes. Maar in plaats van het nu voorgestelde louter vereenvoudigen van deze reeds weinig concrete regels, zou de EU beter inzetten om het in alle lidstaten veel actiever begeleiden van boerenbedrijven naar een duurzamere productie en er ook principes inzake waterbeheer, biodiversiteit en energie-efficiëntie aan toevoegen. Laat boeren samenwerken met natuurorganisaties en serieuze NGO’s op het vlak van milieu. De kwalitatieve vlucht vooruit in plaats van de defensieve houding waarvoor men nu kiest.

3. De door parlementsleden, NGO’s en journalisten afgedwongen politieke transparantie over wie welke landbouwgelden ontvangt, wees uit dat grote percentages niet naar individuele boeren gaan, maar naar grote ondernemingen. Dat blijft zo onder druk van landbouwlobby. De Europese beleidsmakers doen alsof ze overproductie tegengaan, maar men doet niet meer aan het beheersen van de productie als men tegelijkertijd bijvoorbeeld melkquota verhoogt. Dat zal dan weer het exporteren of dumpen van melkoverschotten buiten de EU-grenzen aanmoedigen.

4. De hervorming van het GLB is er sinds 2003 in principe op gericht om marktinterventie te verminderen van staatsinterventie om boeren ertoe aan te zetten niet meer te produceren dan nodig. Maar de Europese
Commissie gooit nu het kind met het badwater weg. Want bepaalde instrumenten om het aanbod te managen - zoals quota en importvoordelen voor bepaalde ontwikkelingslanden – kunnen kleine producenten aan stabiele prijzen helpen. Ze kunnen helpen om kleine maar duurzame producenten in achtergebleven regio’s te laten overleven, hetgeen weer goed is voor de leefbaarheid van het platteland. Quota voor melk hebben producenten in bepaalde regio’s helpen overleven. Een aanbodsysteem voor melkproductie gericht op Europese consumptie kost de belastingbetaler geen extra geld, helpt kleine bedrijven overleven en schaadt producenten in derde landen niet. Het is dus politiek niet handig om aanbod sturende maatregelen af te schaffen als je geen goede alternatieven biedt, zoals hogere directe inkomenssteun voor kleine producenten in zwakke regio’s. En het garanderen van correcte prijzen voor duurzaam geproduceerde landbouwproducten. Het GLB heeft aanbod sturende maatregelen nodig die de machtspositie van mondiaal opererende agrobusiness aan banden legt en meer ruimte biedt aan kleinere boerenbedrijven.

5. Het verminderen van bureaucratie in het GLB is op zich een goede zaak, maar men houdt onvoldoende rekening met de realiteit dat toenemende importen Europese verwezenlijkingen op het vlak van milieu en dierenwelzijn ondermijnen. Het openen van landbouwmarkten voor producten uit derde landen heeft dan weer geleid tot bijvoorbeeld import van vlees van grote producenten uit bijvoorbeeld Latijns-Amerika, hetgeen al menig kleine Europese producent brodeloos heeft gemaakt. Die kleine veeboeren moeten zich, anders dan de grote importerende bedrijven, wél aan allerlei strikte wetgeving houden. De Europese eisen op het gebied van duurzaamheid en dierenwelzijn zouden ook moeten gelden voor die import, hoewel bepaalde uitzonderingen gemaakt kunnen worden voor ontwikkelingslanden. De Europese Commissie zou dit recht op een eigen en gediversifieerd landbouwbeleid moeten meenemen bij de WTO-onderhandelingen. Net als andere (armere) landen het recht moeten hebben om hun voedselzekerheid te beschermen en import met exportsubsidies uit westerse landen te verbieden.

6. Fair Trade! Deze manier van verhandelen van landbouwproducten uit arme landen heeft zich intussen ontwikkeld tot een international gerespecteerde methode, is de kinderschoenen ontgroeid en voldoet aan bepaalde standaarden. Die ontwikkeling gebeurde van onderop, via boerencoöperaties, consumenten en ontwikkelingsorganisaties. En ondanks de politiek. Het gaat om een handelsmodel dat rekening houdt met mensenrechten, met bescherming van regenwouden, met watervoorraden en milieubescherming. Het is dan ook onbegrijpelijk dat de Europese Commissie dit bewezen model niet betrekt in de herziening van GLB. De Commissie moet markttoegang zoveel mogelijk koppelen aan sociale en milieukundige standaarden. De EU zou het lef moeten hebben om dit soort handelspraktijken in de vastgelopen internationale handelsonderhandelingen te betrekken.

7. Een andere onbegrijpelijke tekortkoming van de huidige herziening is dat de Commissie de brandende kwestie van klimaatverandering en het inzetten van de landbouwsector voor het produceren van agrobrandstoffen nauwelijks aanraakt. De problemen zijn nochtans urgent genoeg: droogte of overstromingen bemoeilijken wereldwijd steeds meer het oogsten van voedsel, er is de concurrentie van agrobrandstoffen met voedselproductie en veranderende eetpatronen – meer vlees - in zich ontwikkelende landen zetten voedselprijzen onder druk. Desondanks (en ondanks een stemming in het EP) blijft de Europese Raad eisen dat een bepaald percentage agrobrandstoffen aan benzine wordt toegevoegd, zonder een diepgaande analyse over wat de gevolgen voor de mondiale voedselzekerheid zullen zijn.

8. De analyse van Commissie en Raad houden ook geen rekening met de gevolgen van speculatie met landbouwgewassen. Een pas verschenen rapport van het Amerikaanse ‘Institute for Agriculture and Trade Policy’ (IATP: “Commodities Market Speculation: the Risk to Food Security and Agriculture”, zie www.iatp.org), toont aan dat deze speculatie, rechtstreeks heeft bijgedragen aan het vergroten van het percentage mensen dat honger lijdt in vele landen. Samen met de financiële sector is ook de handel op de grondstoffenbeurzen volledig op hol geslagen, dankzij deregulering en een gebrek aan toezicht. Prijzen op de internationale markten stijgen en dalen heel snel, waardoor export en import wordt belemmerd en voedselzekerheid toeneemt. Volgens het rapport stegen mondiale voedselprijzen tussen april 2007 en april 2008 met liefst 85 procent. Stijgingen voor tarwe, maïs en soya die niet verklaard kunnen worden door de wet van vraag en aanbod maar wel door speculatie. Per juli 2008 was vooral door grote handfelaars in financiële producten als Goldman Sachs en verzekeraar American Insurance Group het totaalbedrag 317 miljard dollar geïnvesteerd in de zogenaamde “commodities index funds”. Dit bundelt 24 landbouwproducten en ook grondstoffen als olie en allerlei mineralen en het gevolg is dat fluctuaties in prijzen, de verkoop op opties in dit fonds beïnvloeden en zo een invloed op de landbouwprijzen hebben zonder dat dit gekoppeld is aan de beschikbaarheid. De gevolgen van deze speculatie nog schrijnender dan wanneer de kleine Fortis-aandeelhouder zijn spaarpotje verliest door het roekeloos gedrag van de bonus-bankiers. Want dankzij de speculatie met grondstoffen, lijden extra veel mensen honger en laten duizenden het leven. Er is geen enkele internationale, multilaterale overeenkomst, laat staan platform, die de vernietigende speculatie met voedsel kan beteugelen. Op 18 september keurde het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden de "Commodity Markets Transparency and Accountability Act" goed. Een eerste stap om iets te doen aan de uitwassen van speculatie, zij het nog gericht op de eigen landbouwsector. Europa moet daarom, samen met Amerikaanse autoriteiten, dringend een internationaal initiatief nemen.

9. Ondanks de mondiale voedselcrisis gaat de Europese Commissie nog steeds blijmoedig uit van liberalisering van de markten. Een nog vrijere markt wordt gepropageerd als extra vrijheid voor boeren om te reageren op signalen uit de markt. We zien in de financiële sector wat het liberaliseren en loslaten door overheid heeft veroorzaakt. Wat boerenbedrijven nodig hebben is juist steun bij het diversifiëren van hun bedrijf, bij het meer verdienen aan hun producten door verkoop op lokale en regionale markten en door het ontwikkelen van toegevoegde waarde aan hun producten. Maar Europese regelgeving op het gebied van marketing, hygiëne enzovoorts hebben juist marktconcentratie en de macht van supermarktketens over producenten in de hand gewerkt. De GLB-herziening moet niet de vrije markt propageren maar het ondersteunen van miljoenen, kleinere Europese boerenbedrijven door hen minder afhankelijk te maken van grote marktkrachten als de grootdistributie. De EU heeft concurrentieregels tegen monopolievorming: zet die ook in op landbouwgebied!

10. Gezien het cruciale belang van voedselproductie wordt het ook tijd dat er meer democratische inspraak komt bij het vaststellen van het landbouwbeleid voor de nabije toekomst. Enkele uitgangspunten voor de Groenen van zo’n visie: naast een redelijk inkomen voor boeren, en acceptabele prijzen voor consumenten ook een duurzaam beheer van grondstoffen, een gebalanceerde verhouding tussen stad en plattelandsontwikkeling, aandacht voor innovatie en werk, dierenwelzijn en volksgezondheid. De huidige Europese herziening van het GLB, mist deze visie helaas volkomen.

Bart Staes

zondag 16 november 2008

Na het criminele ‘witwassen’, nu het politieke ‘groenwassen’

Het wordt zo langzamerhand ontroerend. Iedereen is tegenwoordig voor het milieu. En iedereen is plots voor meer toezicht op financiële markten en tegen het laissez faire kapitalisme. Dat werd weer eens scherp duidelijk na de verklaringen van voorzitter van de Europese Commissie Manuel Barroso en Commissaris voor Industrie Gunter Verheugen.

Wat was er aan de hand? In de aanloop naar de bijzondere Europese top op 7 november en de internationale top van de G20 in Washington op 14 november, om het hoofd te bieden aan de financiële crisis, kondigde de Europese Commissie enkele maatregelen en plannen aan. En wonder oh wonder, plots trekt iedereen de groene kaart!


Een beetje achterdocht is toch wel op zijn plaats. En daarom zijn groene politici juist nu keihard nodig in de nationale politiek, maar zeker ook in de Europese politieke arena. Want zoals ook blijkt uit de toenemende aanklachten tegen greenwashing door bedrijven — het zich via reclame aanmeten van een onterecht groen imago, dat niet op feiten is gebaseerd — dreigt nu ook de politiek aan politieke greenwashing te doen. Politici die we er eerder nooit op konden betrappen dat ze ene moer om een gedurfd milieubeleid gaven, belijden nu plots het groene gedachtegoed. Commissaris voor Industrie Verheugen is daar een goed voorbeeld van (en met hem de hele Europese Commissie).


Verheugen sprak deze week met de ‘Cars 21 high level group’ (met ondermeer Citroen-Peugeot en het Duitse Daimler) en eiste dat de Europese Investeringsbank (EIB) liefst 40 miljard euro aan ‘zachte leningen’ vrijmaakt voor de in economische nood verkerende auto-industrie. Dit alles onder het motto van ‘het promoten van ecologische innovatie’. Applaus van op de groene parlementsbanken? Vergeet het! Dit is een meesterlijk voorbeeld van politieke misleiding en politiek groenwassen. De EIB zélf ligt al vele jaren onder vuur van groene politici en milieulobby wegens het op miljardenschaal financieren van ecologisch catastrofale projecten. En bovendien die vraag van 40 miljard euro kwam van de Europese automobielfedratie Acea, nadat hun Amerikaanse collegae een lening van 25 miljard dollar kregen. Verheugen neemt — zoals wel vaker — zonder blikken of blozen deze eis over en is openlijk de slippendrager van de auto-industrie.


En Verheugen is dezelfde politicus die zich — met anderen, ook in het Europees Parlement — hevig verzet tegen het stellen van strengere wettelijke eisen voor de CO2-uitstoot van auto’s. Een strijd die we zullen blijven voeren. Het kan niet zo zijn dat een industrie 40 miljard euro krijgt, onder het motto van eco-vriendelijkheid, zonder enige wettelijke garantie dat die groene auto’s ook echt van de band zullen rollen. We zijn wel groen en goed maar niet gek.


De Zweedse vice-premier Maud Olofsson, bevoegd voor energie, formuleerde heel scherp wat de eis van 40 miljard euro van de Europese autofabrikanten de facto aantoont: Ze zijn het afgelopen decennium volledig vergeten om energie-efficiënte voertuigen te ontwikkelen en te produceren. Dit terwijl daar jaren geleden al wel — op basis van vrijwilligheid — politieke afspraken over waren gemaakt. De automobielsector heeft zich gewoon weinig aan die afspraken gelegen laten liggen en wil nu een gigantisch bedrag om alsnog aan die afspraak te voldoen.


Onder het mom van een ‘New Green Deal’ voert Verheugen nu gewoon ouderwetse industriële ondersteuningspolitiek. Want dit is wat er gebeurt: terwijl we in het EP met veel moeite en strijd tegen Verheugen & co (zoals de Duitse autolobby) erdoor kregen dat autofabrikanten vanaf 2012 een boete gaan betalen als ze de toegestane maximum-uitstoot CO2 overschrijden, krijgen die fabrikanten een riante vergoeding voor niet-bewezen diensten (40 miljard euro is meer dan de grootste financiële instellingen kregen).


Daar waar kleine, innovatieve bedrijven die bezig zijn met echte groene technologie jarenlang in de kou blijven staan, krijgen de grootste milieuvervuilers van Europa nog eens even een groene cheque van de belastingbetaler. Laat de biologische champagne maar knallen!


Dit is waarom de Groenen zullen blijven hameren op een waarachtige New Green Deal: eerst de politieke visie op een duurzamere economie en dan de strategie en financiering. Niet omgekeerd.


Want aangevuurd door de financiële crisis is iedereen nu plots voor innovatie. Zoals de Groenen al jarenlang aantonen, is de meest logische ontwikkeling, in de eerste plaats die van duurzame (energie) technologie en energiezuinige en CO2-arme auto’s. Eenvoudigweg omdat we alleen zo ecologisch zullen overleven, maar ook economisch: je creëert nieuwe en duurzame kennis en jobs.


Het is de fameuze door de Groenen bedachte politiek van een Green New Deal, die nu door jan en alleman politiek gerecupereerd wordt. Als het gaat om het werkelijk in praktijk brengen van een Groene Revolutie, wie vertrouwt u dan meer? Zij die deze richting al vele jaren tegen alle maatschappelijke verdrukking en politiek populisme in verkondigen? Of zij die nu plots de groene kaart trekken omdat ons het water aan de lippen staat? Net als in de VS hebben we in Europa consequente politici met een visie nodig en geen groene slippendragers van de gevestigde orde.


Bart Staes

dinsdag 30 september 2008

GEZOCHT: BEDRIJF ZONDER WINST (BZW's)

Financiële crisis? Tijd voor een 'New Green Deal'!

De kredietcrisis is uitgegroeid tot een systeemcrisis, zo schreef een oud-directeur van de Nederlandse Rabobank deze week. De financiële sector - gepersonaliseerd door die duizenden uitzinnig betaalde krijtstreeppakken met een krankzinnig betaald opperkrijtstreeppak aan de top - blinkt uit in blindheid op alle fronten. De zogenaamde financiële dienstverlening die bankiers en managers van zakenbanken aan burgers en klanten zeggen te verlenen, is uit pure hebzucht en onverantwoordelijkheid geperverteerd tot het verkopen van onbetrouwbare producten en illusies; Op basis waarvan vervolgens ook nog eens driftig werd gespeculeerd op de beurs. Faites vos jeux!

Getuige de tumultueuze week in de financiële centra, lijkt het speelkwartier van de financiële alfamannetjes over. Hoewel, uit de reacties van politieke en andere leiders blijkt niet dat ze écht naar structurele oorzaken willen kijken. Het Amerikaanse reddingsplan of 'dumpfonds' van 700 miljard dollar, wordt weeral opgehoest door Amerikaanse burgers. En terwijl tienduizend werknemers van de failliete zakenbank Lehman Brothers op straat staan, werd deze week bekend dat dertig hooggeplaatste managers een contract mét bonus aangeboden kregen door de bank Barclays voor een totaalbedrag van.... 2,5 miljard dollar.

Afgezien van een gebrek aan krachtig, onafhankelijke toezichthouders en kredietbeoordelaars als Standard & Poor's en strengere regels omtrent het lenen van geld aan mensen en bedrijven en voldoende kredietwaardigheid van banken zelf, is er een dieper liggend, moreel probleem: de almacht en goddelijke status van het snelle geld.

Dit heeft de laatste decennia de sociale desintegratie versneld, de middenklassen verzwakt, de kloof tussen arm en rijk ook binnen OESO-landen groter gemaakt, heeft bedrijven ten gronde gericht en miljoenen mensen werkloos gemaakt.

Niet alleen de spelregels voor en het toezicht op de verwende kinderen uit Wall Street moeten aangescherpt worden, de paradigma's en fundamenten van het financiële systeem moet op de schop. Dat systeem moet weer - zoals in de begindagen van het kapitalisme - een dienende, opbouwende en sociale rol krijgen. Het systeem is er in functie van samenlevingen, bedrijven en burgers en niet andersom. Aandelen zijn er om bedrijven aan kapitaal te helpen, bedrijven zijn er niet louter om aandeelhouders rijk te maken.

De mamon wankelt

Na talloze individuele CEO's die de afgelopen jaren van hun voetstuk tuimelden door enorme boekhoudschandalen (met Enron als archetype), is het nu het systeem zelf dat van zijn voetstuk tuimelt. De gouden mamon wankelt, maar moet nog worden omgesmolten. De illusie van de onzichtbare hand van de volledig vrije markt, die het best zou bijdragen tot stabiele, open samenlevingen waar de welvaart wordt verdeeld, die illusie wordt nu hopelijk meebegraven met de zakenbanken Lehman Brothers, Merill Lynch, Goldman Sachs en Morgan Stanley. Deze banken groeiden uit tot het symbool van graaiende managers die door risicovol speculeren op de beurs, bonussen van miljoenen binnenhaalden. De topmanagers van de 50 grootste hedge funds (financiële strategie gericht op korte termijn winst) en private equity (particuliere investeringsfondsen die zich voor winst meer met strategie van bedrijven inlaten) verdienden vorig jaar het irrationele (gemiddelde) bedrag van 588 miljoen dollar.

Dit gedrag leidde tot een rat race waarbij de koersen van aandelen de allesoverheersende indicatie voor de staat van onze economie werden: een bedrijf dat mensen ontsloeg, zag steevast de koersen stijgen. Een bedrijf dat slechts een half procent winst boekte, kon zich aan een flinke corrigerende tik van de Onzichtbare Hand verwachten. We zijn dat normaal gaan vinden. Of dat bedrijf goed voor zijn werknemers zorgt of spaarzaam met grondstoffen en milieu omgaat, dat deed er nauwelijks toe.

Zot van glorie na de val van het communisme, geloofden we in de alwetende wijsheid van de Onzichtbare Hand. De vrije markt is een blinde, onverschillige god geworden, de aandelenkoers is de per dag veranderende Bijbelse wijsheid en de bankmanagers in krijtstreep zijn de moderne messiassen. De collectieve hebzucht ten slotte verving ons geweten en knaagde aan ouderwetse begrippen als solidariteit. Eén pilaar van dit 'religieuze maar asociale marktdenken' lijkt voorlopig nog onaantastbaar: de hedgefondsen en private equity. Met hun enorme kapitaalpower worden ze door liberalen en marktfundi's geprezen om hun economische realisme of financieel tuchtende werking.

Er zullen ongetwijfeld voorbeelden zijn waarbij deze investeerders een CEO die er een rotzooi van maakt tot de orde roept of een bedrijf een financiële injectie geeft. Maar de overheersende realiteit is dat dit volstrekt amorele en onethische investeringsvehikels zijn, met een bloedeloos doel: zoveel mogelijk winst op zo kort mogelijke termijn, voor een zo klein mogelijke groep. Hegdefondsen zijn vaak een plaag voor samenlevingen. Ze kopen grote bedrijven op, stoten minder rendabele dochters af, eisen meer kostenefficiëntie - behalve over hun eigen salaris - en dus het ontslag van mensen, zadelen het bedrijf op met schulden en verschuiven kapitaal en omzet door naar offshore belastingparadijzen. Als toppunt worden ze voor dit antimaatschappelijke gedrag - vanwege de hoge schuldenlast - ook nog beloond door de fiscus.

De implosie van het kapitalisme

'De implosie van het kapitalisme' noemde de Volkskrant het vorige week op de voorpagina. Nog afgezien van de discussie over hoeveel de staat wel of niet moet interveniëren, wie ogen in zijn hoofd heeft en de ontwikkelingen op wereldschaal bekijkt, weet dat dit economische model, deze filosofie best zo snel mogelijk begraven wordt. De knop moet drastisch om. Omdat 'de wet bevrijdt', is het tijd voor streng toezicht, strengere regels in combinatie met een sterke dosis nederigheid in de financiële wereld. De 'bonfire of vanities' moet uitgedoofd, voor iedereen zich verbrandt.

In het Europees parlement dienden de Groenen daarom eind september een flink aantal amendementen in bij het rapport van parlementslid Rasmussen over hedgefondsen en private equity. We pleitten onder andere voor een Europese toezichthouder of waakhond, naast de Europese Centrale bank. Er moeten plafonds komen voor de investeringen van hedgefunds en er moet Europese regelgeving komen die transparantie voor en de registratie van hedgefunds en hun leidinggevenden vastlegt. Maar die voorstellen haalden het helaas niet omdat ze niet door liberalen en christen-democraten werden gesteund. Zij verwachten nog steeds alle heil van een geflopte strategie van zelfregulering (de Amerikaanse belastingbetaler draait immers op voor 'reddingsacties' van de Amerikaanse Treasury).

De socialist Rasmussen formuleerde weliswaar dat asset-stripping van bedrijven door hedgefunds moet voorkomen worden, maar hij legt niet uit hoe. Rasmussen roept de Europese Commissie op om tegen het einde van het jaar met regelgeving te komen. Helaas kondigde Commissaris voor de Interne Markt McCreevy al aan dat hij regulering niet nodig acht. Dus hoewel het goed is dat het EP druk uitoefent, Rasmussen ging niet ver genoeg en bezweek onder politiek druk van onder andere de christendemocraten (EPP-ED en ALDE). Een gemiste kans voor het Europees Parlement om juist nu echt daadkracht te tonen. Maar het is slechts uitstel van executie.

De Groenen roepen de Europese Commissie en de autoriteiten van de Europese Centrale Bank op om met voorstellen te komen die op lange termijn gerichte investeringen en duurzame beleggingen zullen stimuleren. Maar ook moet er bijvoorbeeld wetgeving komen om belastingontwijking en -ontduiking via belastingparadijzen te voorkomen. Dat is van essentieel belang om allerlei cruciale lange termijndoelstellingen te realiseren en financiering te vinden: de Lissabon-strategie, een catastrofale klimaatverandering beperken en het herdefiniëren van onze energievoorziening.

Bedrijf zonder winst

Het is tijd voor een New Green Deal. Juist nu er allerlei crises tegelijk spelen, is het tijd voor een constructieve stap vooruit. Of een quantum-sprong? Naast een ander, duurzamer energieparadigma, moet ook het economische paradigma op de schop. Grote leiders hebben het al eerder gezegd: het is tijd voor waarden en normen. Een voorbeeld? Wat dacht u van het concept 'bedrijf zonder winst?'

De Nobelprijswinnaar voor de vrede en uitvinder van het microkrediet, Muhammed Yunnus, voorspelde al dat de bedrijven van de toekomst bedrijven zonder winstoogmerk zijn: die firma's halen voldoende omzet om te blijven draaien, hun werknemers correct te betalen, aan hun milieuverplichtingen te voldoen, hebben geld om aan innovatie te doen, aan onderzoek & ontwikkeling en ze houden nog wat financiële buffers voor moeilijker tijden over. Blijft er nog geld over, dan kan dat worden geïnvesteerd in andere bedrijven, met lange termijn doelstellingen. Wie kan hier iets tegen hebben?

Winst is geen doel op zich. Om de eenvoudige reden dat het geen algemeen belang dient. Sterker nog: het is de vijand van het algemeen belang en van democratische rechtstaten gebleken. Overdreven zegt u? Kijk dan eens goed naar de dagelijkse horror in zogenaamde mislukte staten in bijvoorbeeld Afrika. Zonder weer in andere spookbeelden en dogma's te vervallen, wijs ik er op dat ene Karl Marx precies 160 jaar geleden in het Communistisch Manifest en Het Kapitaal beschreef wat zich vandaag op de financiële markten afspeelt. Vrije markt kapitalisme dat zich blijft uit breiden, ten koste van allerlei groepen in de onderklasse - en zoals we nu ook zien - ook van toekomstige generaties. Een kapitalisme dat gedoemd is tot een perpetuum mobile van crises. Jean Ziegler, de VN-rapporteur over honger (waar nog steeds een klein miljard mensen last van hebben) zei recent: 'Honger komt al heel lang niet meer door het lot, precies zoals Marx dacht. Dit is een stille massamoord.'

Het is geen tijd voor revolutie van de onderklasse, naar Marx' model. Het is wel hoog tijd voor een 'New Green Deal': een combinatie van sociale en ecologische rechtvaardigheid. Dit 75 jaar na de New Deal van president Franklin Roosevelt, die hiermee een antwoord gaf op the Great Depression die begon in 1929.

Er moet een miljarden kostende Europese reconversie- en investeringsplan voor duurzame energie komen, naar analogie met het vijftig jaar oude Euratom-Verdrag. Europees grondlegger J. Monnet noemde kernenergie indertijd "de juiste ster om de Europese wagen aan te hangen". Vele miljarden Europees belastinggeld later is duidelijk dat die Europese wagen vol nucleair afval zit. Een antwoord hierop ontbreekt vooralsnog. Europa mag ook niet afhankelijk blijven van dure, milieuvervuilende import van olie, gas, steenkool en uranium uit instabiele regio’s. Tijd dus voor een nieuwe ster: duurzame en hernieuwbare energie.

De Duitse Heinrich-Böll Stichting toont aan dat het anders kán. Het potentieel aan groene elektriciteit uit hernieuwbare bronnen in Europa is enorm. Het kan zelfs voldoen aan de stijgende vraag van morgen. Alleen is daarvoor een gezamenlijk Europees project nodig waarbij van Finland tot Spanje wordt geïnvesteerd in nieuwe, groene elektriciteitscentrales. IJsland en Noorwegen bewijzen dat het kan en gebruiken alleen nog duurzame stroom. Europa laat die mogelijkheden grotendeels onbenut. De EU moet, in plaats van de doodlopende nucleaire sector te subsidiëren, ijveren voor het oprichten van een agentschap voor duurzame energie. Een mooie naam is er al: Erene (European Community for Renewable Energies).

Obama & belastingparadijzen

Waar we dit mee betalen in de huidige crisis? Gewoon, door het geld te halen waar het zit, offshore centra of belastingparadijzen bijvoorbeeld, geliefkoosde bestemmingen voor hedgefondsen.

Op een hoorzitting in het federale parlement gaf Bruno Gurtner – econoom bij de Swiss Coalition, een koepelorganisatie van hulporganisaties in Zwitserland – enkele jaren geleden een inzicht van de schaal van de offshore industrie: ‘Nog geen twintig jaar geleden waren er slechts een twaalftal offshore centra, vandaag bijna tachtig. In die centra zijn drie miljoen ondernemingen gevestigd en elk jaar komen er zo’n 150.000 bij. Dat aantal stijgt voortdurend en het gaat daarbij om ondernemingen uit de hele wereld. We hebben hier dus te maken met een uitermate geglobaliseerde activiteitensector. De helft van alle financiële transacties vindt in die centra plaats en dat verklaart waarom ze zo belangrijk zijn voor de wereldeconomie. Ruim zestig procent van de wereldhandel verloopt intern tussen diverse componenten van transnationale ondernemingen en daarvan is geen expliciet spoor in de officiële statistieken terug te vinden. Het door de offshore centra beheerde kapitaal heeft een waarde van elfduizend miljard dollar’.
Die bedragen kun je niet zomaar belasten of nationaliseren? Dus wel. Na 9/11 bleek men plots overal ter wereld in de financiële wereld in te kunnen grijpen als het ging om het opsporen van 'terroristisch geld'. In het boek McMaffia getuigt een topman van de Amerikaanse Nationale Veiligheidsraad onder Clinton en Bush dat het inderdaad ‘een kwestie is van een pistool op het hoofd van pakweg Liechtenstein te zetten en dreigen de trekker over te halen’. De trekker overhalen betekent hier het intrekken van de banklicentie voor de Verenigde Staten.
Auteur Misha Glenny : ‘Zonder offshore banken zou het niet alleen voor gangsters een stuk moeilijker worden om met hun geld en hun ondernemingen te schuiven. Ook voor Enron zou het een stuk moeilijker worden’. Het energiebedrijf maakte in 2000 een belastbare omzet van ruim drie miljard dollar, maar claimde een verlies van 4,6 miljard.Met dit soort astronomische kapitalen zijn de noodzakelijke energietransformaties makkelijk te betalen. En kun je voorkomen dat ontwikkelingslanden eerst onze 'vuile manieren' moeten overdoen om te ontwikkelen. Ook een 'neutrale' instelling als de OESO keert zich openlijk tegen de liberale deugd van het grote belastingontwijken via offshorecentra. De zich nu verder ontwikkelende, wereldwijde financiële crisis zou wel eens een blessing in disguise kunnen zijn. Experts wezen al fijntjes op het feit dat veel anti-witwasregels stammen uit de tijd na die vorige crisis... in 1929! Weinig verrassend is het dat met name de Verenigde Staten, ondanks het feit dat zij de bron zijn van de huidige economische crisis, een sleutelrol kunnen spelen.

En waarempel juist daar kunnen we tussen alle doffe ellende ook een positief, politiek signaal opmerken: een jaar geleden dienden drie Amerikaanse senatoren de Stop Tax Havens Abuse Act in. Want ook de Amerikaanse staat loopt door de fiscale competitie en tax havens , jaarlijks miljarden aan belastingopbrengsten mis. Geld dat ze nu goed kunnen gebruiken. En surprise, één van die drie senatoren was ene Barack Obama. Die verklaarde toen: ‘Dit is een basale kwestie van eerlijkheid en integriteit.’

Het is een ietwat ander inzicht, als je het vergelijkt met de huidige Amerikaanse president. Bush jr. zei in 2004 dat het geen zin heeft om rijke mensen te belasten want ‘echt rijke mensen zoeken manieren hoe ze belastingen kunnen ontduiken’. Het is tijd dat de politiek het primaat terugkrijgt, maar dat kan alleen als die politiek het algemeen belang consequent als leitmotiv hanteert. Groene luchtfietserij? Nee, een heel concrete visie op wat kan en - gezien de urgentie - ook moet. En tevens een uitweg uit het cynisme dat wordt gevoed door falende politieke en economische leiders. Zij pleiten enerzijds voor burgerzin en waarden, maar dragen anderzijds geen verantwoordelijkheid, omdat ze amper iets doen aan het stelselmatig ondergraven van het sociale weefsel van samenlevingen en het ondermijnen van onze bestaansbron zelf: moeder aarde. De geschiedenis herhaalt zich, zeggen ze. Laat het niet Wereldoorlog III zijn.

Ter inspiratie nog één historische gegeven. In 1947 schreef de grote ziel uit India, Mahatma Ghandi, een tekst waarin hij 'de zeven blunders' van de moderne wereld definieerde en die leidden tot systematisch geweld. De 7 blunders zijn verrassend toepasbaar op de wereld van zeventig jaar later:

1. Rijkdom zonder werken.
2. Plezier zonder bewustzijn.
3. Kennis zonder karakter.
4. Handel zonder moraliteit.
5. Wetenschap zonder menselijkheid.
6. Aanbidding zonder opoffering.
7. Politiek zonder principes.

Bart Staes