Financiële crisis? Tijd voor een 'New Green Deal'!
De kredietcrisis is uitgegroeid tot een systeemcrisis, zo schreef een oud-directeur van de Nederlandse Rabobank deze week. De financiële sector - gepersonaliseerd door die duizenden uitzinnig betaalde krijtstreeppakken met een krankzinnig betaald opperkrijtstreeppak aan de top - blinkt uit in blindheid op alle fronten. De zogenaamde financiële dienstverlening die bankiers en managers van zakenbanken aan burgers en klanten zeggen te verlenen, is uit pure hebzucht en onverantwoordelijkheid geperverteerd tot het verkopen van onbetrouwbare producten en illusies; Op basis waarvan vervolgens ook nog eens driftig werd gespeculeerd op de beurs. Faites vos jeux!
Getuige de tumultueuze week in de financiële centra, lijkt het speelkwartier van de financiële alfamannetjes over. Hoewel, uit de reacties van politieke en andere leiders blijkt niet dat ze écht naar structurele oorzaken willen kijken. Het Amerikaanse reddingsplan of 'dumpfonds' van 700 miljard dollar, wordt weeral opgehoest door Amerikaanse burgers. En terwijl tienduizend werknemers van de failliete zakenbank Lehman Brothers op straat staan, werd deze week bekend dat dertig hooggeplaatste managers een contract mét bonus aangeboden kregen door de bank Barclays voor een totaalbedrag van.... 2,5 miljard dollar.
Afgezien van een gebrek aan krachtig, onafhankelijke toezichthouders en kredietbeoordelaars als Standard & Poor's en strengere regels omtrent het lenen van geld aan mensen en bedrijven en voldoende kredietwaardigheid van banken zelf, is er een dieper liggend, moreel probleem: de almacht en goddelijke status van het snelle geld.
Dit heeft de laatste decennia de sociale desintegratie versneld, de middenklassen verzwakt, de kloof tussen arm en rijk ook binnen OESO-landen groter gemaakt, heeft bedrijven ten gronde gericht en miljoenen mensen werkloos gemaakt.
Niet alleen de spelregels voor en het toezicht op de verwende kinderen uit Wall Street moeten aangescherpt worden, de paradigma's en fundamenten van het financiële systeem moet op de schop. Dat systeem moet weer - zoals in de begindagen van het kapitalisme - een dienende, opbouwende en sociale rol krijgen. Het systeem is er in functie van samenlevingen, bedrijven en burgers en niet andersom. Aandelen zijn er om bedrijven aan kapitaal te helpen, bedrijven zijn er niet louter om aandeelhouders rijk te maken.
De mamon wankelt
Na talloze individuele CEO's die de afgelopen jaren van hun voetstuk tuimelden door enorme boekhoudschandalen (met Enron als archetype), is het nu het systeem zelf dat van zijn voetstuk tuimelt. De gouden mamon wankelt, maar moet nog worden omgesmolten. De illusie van de onzichtbare hand van de volledig vrije markt, die het best zou bijdragen tot stabiele, open samenlevingen waar de welvaart wordt verdeeld, die illusie wordt nu hopelijk meebegraven met de zakenbanken Lehman Brothers, Merill Lynch, Goldman Sachs en Morgan Stanley. Deze banken groeiden uit tot het symbool van graaiende managers die door risicovol speculeren op de beurs, bonussen van miljoenen binnenhaalden. De topmanagers van de 50 grootste hedge funds (financiële strategie gericht op korte termijn winst) en private equity (particuliere investeringsfondsen die zich voor winst meer met strategie van bedrijven inlaten) verdienden vorig jaar het irrationele (gemiddelde) bedrag van 588 miljoen dollar.
Dit gedrag leidde tot een rat race waarbij de koersen van aandelen de allesoverheersende indicatie voor de staat van onze economie werden: een bedrijf dat mensen ontsloeg, zag steevast de koersen stijgen. Een bedrijf dat slechts een half procent winst boekte, kon zich aan een flinke corrigerende tik van de Onzichtbare Hand verwachten. We zijn dat normaal gaan vinden. Of dat bedrijf goed voor zijn werknemers zorgt of spaarzaam met grondstoffen en milieu omgaat, dat deed er nauwelijks toe.
Zot van glorie na de val van het communisme, geloofden we in de alwetende wijsheid van de Onzichtbare Hand. De vrije markt is een blinde, onverschillige god geworden, de aandelenkoers is de per dag veranderende Bijbelse wijsheid en de bankmanagers in krijtstreep zijn de moderne messiassen. De collectieve hebzucht ten slotte verving ons geweten en knaagde aan ouderwetse begrippen als solidariteit. Eén pilaar van dit 'religieuze maar asociale marktdenken' lijkt voorlopig nog onaantastbaar: de hedgefondsen en private equity. Met hun enorme kapitaalpower worden ze door liberalen en marktfundi's geprezen om hun economische realisme of financieel tuchtende werking.
Er zullen ongetwijfeld voorbeelden zijn waarbij deze investeerders een CEO die er een rotzooi van maakt tot de orde roept of een bedrijf een financiële injectie geeft. Maar de overheersende realiteit is dat dit volstrekt amorele en onethische investeringsvehikels zijn, met een bloedeloos doel: zoveel mogelijk winst op zo kort mogelijke termijn, voor een zo klein mogelijke groep. Hegdefondsen zijn vaak een plaag voor samenlevingen. Ze kopen grote bedrijven op, stoten minder rendabele dochters af, eisen meer kostenefficiëntie - behalve over hun eigen salaris - en dus het ontslag van mensen, zadelen het bedrijf op met schulden en verschuiven kapitaal en omzet door naar offshore belastingparadijzen. Als toppunt worden ze voor dit antimaatschappelijke gedrag - vanwege de hoge schuldenlast - ook nog beloond door de fiscus.
De implosie van het kapitalisme
'De implosie van het kapitalisme' noemde de Volkskrant het vorige week op de voorpagina. Nog afgezien van de discussie over hoeveel de staat wel of niet moet interveniëren, wie ogen in zijn hoofd heeft en de ontwikkelingen op wereldschaal bekijkt, weet dat dit economische model, deze filosofie best zo snel mogelijk begraven wordt. De knop moet drastisch om. Omdat 'de wet bevrijdt', is het tijd voor streng toezicht, strengere regels in combinatie met een sterke dosis nederigheid in de financiële wereld. De 'bonfire of vanities' moet uitgedoofd, voor iedereen zich verbrandt.
In het Europees parlement dienden de Groenen daarom eind september een flink aantal amendementen in bij het rapport van parlementslid Rasmussen over hedgefondsen en private equity. We pleitten onder andere voor een Europese toezichthouder of waakhond, naast de Europese Centrale bank. Er moeten plafonds komen voor de investeringen van hedgefunds en er moet Europese regelgeving komen die transparantie voor en de registratie van hedgefunds en hun leidinggevenden vastlegt. Maar die voorstellen haalden het helaas niet omdat ze niet door liberalen en christen-democraten werden gesteund. Zij verwachten nog steeds alle heil van een geflopte strategie van zelfregulering (de Amerikaanse belastingbetaler draait immers op voor 'reddingsacties' van de Amerikaanse Treasury).
De socialist Rasmussen formuleerde weliswaar dat asset-stripping van bedrijven door hedgefunds moet voorkomen worden, maar hij legt niet uit hoe. Rasmussen roept de Europese Commissie op om tegen het einde van het jaar met regelgeving te komen. Helaas kondigde Commissaris voor de Interne Markt McCreevy al aan dat hij regulering niet nodig acht. Dus hoewel het goed is dat het EP druk uitoefent, Rasmussen ging niet ver genoeg en bezweek onder politiek druk van onder andere de christendemocraten (EPP-ED en ALDE). Een gemiste kans voor het Europees Parlement om juist nu echt daadkracht te tonen. Maar het is slechts uitstel van executie.
De Groenen roepen de Europese Commissie en de autoriteiten van de Europese Centrale Bank op om met voorstellen te komen die op lange termijn gerichte investeringen en duurzame beleggingen zullen stimuleren. Maar ook moet er bijvoorbeeld wetgeving komen om belastingontwijking en -ontduiking via belastingparadijzen te voorkomen. Dat is van essentieel belang om allerlei cruciale lange termijndoelstellingen te realiseren en financiering te vinden: de Lissabon-strategie, een catastrofale klimaatverandering beperken en het herdefiniëren van onze energievoorziening.
Bedrijf zonder winst
Het is tijd voor een New Green Deal. Juist nu er allerlei crises tegelijk spelen, is het tijd voor een constructieve stap vooruit. Of een quantum-sprong? Naast een ander, duurzamer energieparadigma, moet ook het economische paradigma op de schop. Grote leiders hebben het al eerder gezegd: het is tijd voor waarden en normen. Een voorbeeld? Wat dacht u van het concept 'bedrijf zonder winst?'
De Nobelprijswinnaar voor de vrede en uitvinder van het microkrediet, Muhammed Yunnus, voorspelde al dat de bedrijven van de toekomst bedrijven zonder winstoogmerk zijn: die firma's halen voldoende omzet om te blijven draaien, hun werknemers correct te betalen, aan hun milieuverplichtingen te voldoen, hebben geld om aan innovatie te doen, aan onderzoek & ontwikkeling en ze houden nog wat financiële buffers voor moeilijker tijden over. Blijft er nog geld over, dan kan dat worden geïnvesteerd in andere bedrijven, met lange termijn doelstellingen. Wie kan hier iets tegen hebben?
Winst is geen doel op zich. Om de eenvoudige reden dat het geen algemeen belang dient. Sterker nog: het is de vijand van het algemeen belang en van democratische rechtstaten gebleken. Overdreven zegt u? Kijk dan eens goed naar de dagelijkse horror in zogenaamde mislukte staten in bijvoorbeeld Afrika. Zonder weer in andere spookbeelden en dogma's te vervallen, wijs ik er op dat ene Karl Marx precies 160 jaar geleden in het Communistisch Manifest en Het Kapitaal beschreef wat zich vandaag op de financiële markten afspeelt. Vrije markt kapitalisme dat zich blijft uit breiden, ten koste van allerlei groepen in de onderklasse - en zoals we nu ook zien - ook van toekomstige generaties. Een kapitalisme dat gedoemd is tot een perpetuum mobile van crises. Jean Ziegler, de VN-rapporteur over honger (waar nog steeds een klein miljard mensen last van hebben) zei recent: 'Honger komt al heel lang niet meer door het lot, precies zoals Marx dacht. Dit is een stille massamoord.'
Het is geen tijd voor revolutie van de onderklasse, naar Marx' model. Het is wel hoog tijd voor een 'New Green Deal': een combinatie van sociale en ecologische rechtvaardigheid. Dit 75 jaar na de New Deal van president Franklin Roosevelt, die hiermee een antwoord gaf op the Great Depression die begon in 1929.
Er moet een miljarden kostende Europese reconversie- en investeringsplan voor duurzame energie komen, naar analogie met het vijftig jaar oude Euratom-Verdrag. Europees grondlegger J. Monnet noemde kernenergie indertijd "de juiste ster om de Europese wagen aan te hangen". Vele miljarden Europees belastinggeld later is duidelijk dat die Europese wagen vol nucleair afval zit. Een antwoord hierop ontbreekt vooralsnog. Europa mag ook niet afhankelijk blijven van dure, milieuvervuilende import van olie, gas, steenkool en uranium uit instabiele regio’s. Tijd dus voor een nieuwe ster: duurzame en hernieuwbare energie.
De Duitse Heinrich-Böll Stichting toont aan dat het anders kán. Het potentieel aan groene elektriciteit uit hernieuwbare bronnen in Europa is enorm. Het kan zelfs voldoen aan de stijgende vraag van morgen. Alleen is daarvoor een gezamenlijk Europees project nodig waarbij van Finland tot Spanje wordt geïnvesteerd in nieuwe, groene elektriciteitscentrales. IJsland en Noorwegen bewijzen dat het kan en gebruiken alleen nog duurzame stroom. Europa laat die mogelijkheden grotendeels onbenut. De EU moet, in plaats van de doodlopende nucleaire sector te subsidiëren, ijveren voor het oprichten van een agentschap voor duurzame energie. Een mooie naam is er al: Erene (European Community for Renewable Energies).
Obama & belastingparadijzen
Waar we dit mee betalen in de huidige crisis? Gewoon, door het geld te halen waar het zit, offshore centra of belastingparadijzen bijvoorbeeld, geliefkoosde bestemmingen voor hedgefondsen.
Op een hoorzitting in het federale parlement gaf Bruno Gurtner – econoom bij de Swiss Coalition, een koepelorganisatie van hulporganisaties in Zwitserland – enkele jaren geleden een inzicht van de schaal van de offshore industrie: ‘Nog geen twintig jaar geleden waren er slechts een twaalftal offshore centra, vandaag bijna tachtig. In die centra zijn drie miljoen ondernemingen gevestigd en elk jaar komen er zo’n 150.000 bij. Dat aantal stijgt voortdurend en het gaat daarbij om ondernemingen uit de hele wereld. We hebben hier dus te maken met een uitermate geglobaliseerde activiteitensector. De helft van alle financiële transacties vindt in die centra plaats en dat verklaart waarom ze zo belangrijk zijn voor de wereldeconomie. Ruim zestig procent van de wereldhandel verloopt intern tussen diverse componenten van transnationale ondernemingen en daarvan is geen expliciet spoor in de officiële statistieken terug te vinden. Het door de offshore centra beheerde kapitaal heeft een waarde van elfduizend miljard dollar’.
Die bedragen kun je niet zomaar belasten of nationaliseren? Dus wel. Na 9/11 bleek men plots overal ter wereld in de financiële wereld in te kunnen grijpen als het ging om het opsporen van 'terroristisch geld'. In het boek McMaffia getuigt een topman van de Amerikaanse Nationale Veiligheidsraad onder Clinton en Bush dat het inderdaad ‘een kwestie is van een pistool op het hoofd van pakweg Liechtenstein te zetten en dreigen de trekker over te halen’. De trekker overhalen betekent hier het intrekken van de banklicentie voor de Verenigde Staten.
Auteur Misha Glenny : ‘Zonder offshore banken zou het niet alleen voor gangsters een stuk moeilijker worden om met hun geld en hun ondernemingen te schuiven. Ook voor Enron zou het een stuk moeilijker worden’. Het energiebedrijf maakte in 2000 een belastbare omzet van ruim drie miljard dollar, maar claimde een verlies van 4,6 miljard.Met dit soort astronomische kapitalen zijn de noodzakelijke energietransformaties makkelijk te betalen. En kun je voorkomen dat ontwikkelingslanden eerst onze 'vuile manieren' moeten overdoen om te ontwikkelen. Ook een 'neutrale' instelling als de OESO keert zich openlijk tegen de liberale deugd van het grote belastingontwijken via offshorecentra. De zich nu verder ontwikkelende, wereldwijde financiële crisis zou wel eens een blessing in disguise kunnen zijn. Experts wezen al fijntjes op het feit dat veel anti-witwasregels stammen uit de tijd na die vorige crisis... in 1929! Weinig verrassend is het dat met name de Verenigde Staten, ondanks het feit dat zij de bron zijn van de huidige economische crisis, een sleutelrol kunnen spelen.
En waarempel juist daar kunnen we tussen alle doffe ellende ook een positief, politiek signaal opmerken: een jaar geleden dienden drie Amerikaanse senatoren de Stop Tax Havens Abuse Act in. Want ook de Amerikaanse staat loopt door de fiscale competitie en tax havens , jaarlijks miljarden aan belastingopbrengsten mis. Geld dat ze nu goed kunnen gebruiken. En surprise, één van die drie senatoren was ene Barack Obama. Die verklaarde toen: ‘Dit is een basale kwestie van eerlijkheid en integriteit.’
Het is een ietwat ander inzicht, als je het vergelijkt met de huidige Amerikaanse president. Bush jr. zei in 2004 dat het geen zin heeft om rijke mensen te belasten want ‘echt rijke mensen zoeken manieren hoe ze belastingen kunnen ontduiken’. Het is tijd dat de politiek het primaat terugkrijgt, maar dat kan alleen als die politiek het algemeen belang consequent als leitmotiv hanteert. Groene luchtfietserij? Nee, een heel concrete visie op wat kan en - gezien de urgentie - ook moet. En tevens een uitweg uit het cynisme dat wordt gevoed door falende politieke en economische leiders. Zij pleiten enerzijds voor burgerzin en waarden, maar dragen anderzijds geen verantwoordelijkheid, omdat ze amper iets doen aan het stelselmatig ondergraven van het sociale weefsel van samenlevingen en het ondermijnen van onze bestaansbron zelf: moeder aarde. De geschiedenis herhaalt zich, zeggen ze. Laat het niet Wereldoorlog III zijn.
Ter inspiratie nog één historische gegeven. In 1947 schreef de grote ziel uit India, Mahatma Ghandi, een tekst waarin hij 'de zeven blunders' van de moderne wereld definieerde en die leidden tot systematisch geweld. De 7 blunders zijn verrassend toepasbaar op de wereld van zeventig jaar later:
1. Rijkdom zonder werken.
2. Plezier zonder bewustzijn.
3. Kennis zonder karakter.
4. Handel zonder moraliteit.
5. Wetenschap zonder menselijkheid.
6. Aanbidding zonder opoffering.
7. Politiek zonder principes.
Bart Staes