dinsdag 15 december 2009

Koffieoorlog is van cruciaal belang!

De krant De Morgen maakt vandaag melding van het feit dat ‘Douwe Egberts een koffieoorlog ontketent’. Er wordt bericht over verschillende rechtszaken van Douwe Egberts tegen lokale of regionale overheden die besloten om voor Max Havelaar koffie te kiezen. Ik volg dit dossier al geruime tijd. Anders dan in het artikel staat werd er door de Europese Commissie helemaal géén brief naar de Nederlandse provincie Groningen gestuurd om te melden dat de provincie de wet overtreedt door voor Max Havelaar te kiezen.

De Europese richtlijnen bieden op het vlak van openbare aanbesteding aan overheden en bedrijven perfect de mogelijkheid om te kiezen voor die fair trade-producten die ook echt rekening houden met mens en milieu. Het Europees Parlement heeft er altijd op gewezen dat de richtlijnen voor openbare aanbesteding helemaal niet voorschrijven dat men voor de meest goedkope bieder moet kiezen, maar ook rekening kan houden met milieutechnische en sociale criteria. En zo kan men kiezen voor ‘het economisch meest voordelige aanbod’. Het is daarbij wel van belang dat men bij het uitschrijven van die openbare aanbesteding, zeer nauwkeurig omschrijft aan welke criteria die producten moeten voldoen.

Hier ligt nog een belangrijke educatieve opdracht: overheden en anderen duidelijk maken hoe ze die gunningsprocedure zo kunnen formuleren dat ze én rekening houden met het belang van fair trade én juridisch waterdicht zijn. Daar bestaan al handboeken voor. Er is wel nood aan een Europese harmonisering van nationale en regionale fair trade labels.

De juridische procedureslag tussen koffieproducent Douwe Egberts, onderdeel van multinational Sara Lee, en Max Havelaar en regionale overheden is een cruciaal voorbeeld van de strijd voor een meer rechtvaardige geglobaliseerde economie.

Iedereen heeft al jaren de mond vol van duurzaam ondernemen, van de nood aan meer bedrijfsethiek en van het samengaan van ‘people, planet en profit’. Nu blijkt dat dit concept inderdaad werkt en steeds meer overheden hun verantwoordelijkheid tonen door die producten aan te kopen die de landen van herkomst en de producenten een eerlijke prijs biedt, toont multinational Sara Lee zich een slechte verliezer.

Net op een moment dat ontwikkelingssamenwerking onder vuur ligt, zou het cruciale belang van fair trade of eerlijke handel, intussen voor iedereen duidelijk moeten zijn. Pas als westerse consumenten bereid zijn een prijs te betalen voor grondstoffen uit ontwikkelingslanden, kunnen die landen en hun bevolking ontsnappen aan de vicieuze cirkel van onderontwikkeling, armoede en geweld. Consumenten zijn vaak ook bereid dat te doen als zij weten dat bedrijven ook bereid zijn die betere prijs door te betalen aan boeren en lokale producenten. Dan komt de welvaart eindelijk terecht waar die al vele decennia had moeten terecht komen. Sara Lee mag best een beetje minder winst maken als dat de verpauperde koffieboeren en daarmee hele regio’s helpt. Het is vanuit moreel oogpunt onbegrijpelijk dat Douwe Egberts – anders dan vele andere koffie-, en cacaobedrijven - dat maar niet wil inzien en zich niet aansluit bij het keurmerk Max Havelaar.

Ik vraag landgenoot Karel De Gucht om als aanstaand Europees Commissaris voor Handel het dossier van eerlijke handel bovenaan zijn politieke agenda te plaatsen. Als oud-minister van Buitenlandse zaken en als huidig Eurocommissaris voor ontwikkelingssamenwerking wéét De Gucht immers als geen ander dat dit dossier een sleutel is om uit de armoedespiraal te geraken.

Geen opmerkingen: